Ik zit aan mijn bureau, voor mij ligt de eerste filosofische tekst. Het vak is wijsgerige ethiek: dit moet wel interessant worden. Filosofie vind ik fantastisch en ethiek is al helemaal leuk, dus vol goede moed begin ik met lezen.
Twee uur later, inmiddels lig ik op de vloer. Mijn handen in mijn haar, rode wangen en alles in mijn kamertje lijkt leuker dan deze tekst. Ik overweeg om de twee minuten of ik niet beter mijn kamer kan schoonmaken, dat is toch ook een goede tijdsbesteding. Maar ik moet de tekst morgen gelezen hebben.

Bijna tien week later kijk ik er niet meer  van op als ik twee uur doe over het lezen van een tekst. Filosofen zeggen hele zinnige dingen, maar vaak is dat verpakt in een heleboel onzin. De meeste tijd gaat verloren aan het begrijpen van een zin. Als ik na een paar uur zwoegen alle zinnen ontleed heb, lijkt de kern van de tekst niet zo ingewikkeld meer. Vaak eindigt mijn worsteling in een zucht van opluchting, “oh, dus eigenlijk zegt hij niets anders dan…”. Meesters van de bijzinnen, toevoegingen en voetnoten zijn ze. Het lijkt wel alsof ze het expres zo ingewikkeld maken, waarom? Kan het niet een beetje makkelijker? Maar volgens de vergevorderde student filosofen in mijn werkgroep werkt het niet op die manier.  Ingeval een gecompliceerd moraalfilosofisch grondslagenstelsel gesimplificeerd wordt, schort zij in het behelzen van een integraal vertoog en verbeurt zij raffinement.

Pech gehad dus, filosofische teksten moeten ingewikkeld zijn. Als een filosoof zijn theorie te begrijpelijk maakt, dan komt hij nooit in het rijtje van de grootste filosofen ooit. Een echte filosoof gebruikt vooral geen alledaagse taal! Volgens mij zijn al die moeilijke zinnen gewoon een manier om een theorie minder makkelijk te kunnen ondermijnen. Maar misschien ben ik wel een uilige schlemiel, een pezewever die nog vele jaren studie te gaan heeft voordat ze snapt waarom de beste filosofen de ingewikkeldste zijn. Monter voel ik mij echter zeer, want bijaldien ik Kant correct geïnterpreteerd heb, kan ik jouïsseren van geschriften waarvan het specialisme kwesties bekommert die geriefelijk te vatten zijn. Wat een (on)zin! Wat ik eigenlijk wil zeggen: “Ik ga lekker Winnie de Pooh lezen vanavond!”


Na een half jaar reizen in Nieuw-Zeeland en Cambodja is deze eigenwijze Groningse naar Utrecht gekomen om LAS te studeren. Na dit fantastische avontuur aan de andere kant van de wereld is het haar duidelijk dat ze ooit in het buitenland zal gaan studeren. Net als alle LASsers heeft ze natuurlijk een brede interesse, maar het zijn de alfa- en gammavakken die haar echt aanspreken. Schrijven heeft ze altijd al gedaan, als therapeutische verwerkingsmanier (dagboek dus) of om haar vrienden en ongeruste ouders gerust te stellen met verhalen van haar reisbelevenissen.

0