14 oktober, 2011

Met variërende mate van degelijkheid heeft het 7e bestuur van studievereniging Atlas in de eerste zes weken van het collegejaar de borrels van zo veel mogelijk medebesturen uit Utrecht afgestruind op zoek naar gratis drank, gezelschap (soms vergeefs), en de betekenis van het leven (meestal vergeefs). Het was het begin van een productief jaar.

De enige echte manier om aan dit verhaal te beginnen is door een reflectieve blik te werpen op onze eerste borrel. Als voltallig 7e bestuur van USAtlas lopen wij rond negen uur het K-Sjot binnen, de stinkende werfkelder. “Geacht bestuur, geachte aanwezigen, het is mij een eer en een waar genoegen u aan te mogen kondigen…” Het eerste dat opvalt is de warmte, daarna de geur van zweet, riolering en bier. De meisjes, net uit de puberteit, hadden hun mooie schoenen aangetrokken en stonden in groepjes van ongemakkelijke glimlachen gesprekken te voeren over studie, vereniging en het weer. De jongens – jasje over een ACDC-shirtje, puisten in de nek – stonden te gniffelen over het gratis bier en de barvrouw met haar oncharmante decolleté. Remy en ik keken elkaar aan, “Biertje?”. De vraag was overbodig, het bier noodzakelijk. Stijn wou niet achterblijven en zoop mee als een tijger. Arme Tessa kon tegen tienen niet meer recht lopen en Merel rookte drie sigaretten tegelijkertijd. Aan het eind van de avond beloofden we elkaar onze constitutieborrel nooit in het K-Sjot te houden.

September is tot nu toe een wirwar van gebroken voornemens, achterstallige ontwikkeling en bier geweest. Afgewisseld met vergaderingen op de woensdagavond: chagrijnige smoelen en verdwaalde gesprekken over efficiëntie, communicatie en overzicht. Er staan ons deze week nog 5 borrels te wachten en ik kan eerlijk gezegd niet wachten tot volgende week: 1 borrel, een fris hoofd en misschien zelfs tijd om weer even langs te gaan bij mijn ouders die zich inmiddels beginnen af te vragen wat ze in godsnaam verkeerd hebben gedaan.

Maandag, 26 september. Met 3 man lopen we rond negenen de Rex binnen. Het publiek heeft zich inmiddels al gevormd naar wat verwacht mag worden op een constitutieborrel. De deurbewaakster, een instabiel meisje in de 20, wordt platgelopen door een opgehitst Albion dat het gastenboek met man en macht probeert te stelen. God wat moest ze huilen. Het is druk en gezellig. We verdringen de loser met z’n ice-tea en nemen plaats aan de bar. Een goed begin is het halve werk dus we bestellen 10 bier en halen onze sociale vaardigheden uit het stof: net geïnteresseerd genoeg een gesprek over de etymologie van Atlas voeren, een suffe doos van V.U.G.S (punten verplicht) even vertellen wat we nou echt van die stoffige mores vinden, de faculteitsbeheerder in een ongemakkelijk gesprek binden over de ethische kant van drinken en bierviltjes naar de overwerkte serveerster gooien. We staan inmiddels ingeschreven bij de pedelmeester, een wat dikkere vrouw die we lastigvallen met grapjes over de komende bevalling en wachten tot we mogen recipiëren. Terwijl de tijd zich uitmuntend voortstuwt staat Remy zijn charmante glimlach te verkopen, Stijn is onderweg naar een nihilistische openbaring en ik kijk of m’n haar nog goed zit. Zo tegen tienen begint het onrustig te worden en vervallen de in pak met lint gehulde pretenties tot primitief geboer en opgehitst geruft. Gesprekken worden niet afgemaakt maar het kan niemand wat schelen. Uit wiens gerijpte brein het geniale idee vervolgens voortkwam weet ik niet meer, maar iets voor 11 stonden Stijn, Remy en ik midden in de kroeg – onder luid gejoel en applaus – in ons blote bast elkaars shirts aan te rijken. Remy werd Stijn, ik werd Remy en Stijn werd Justin, althans, totdat Tessa de kroeg binnen wandelde. Stijn trok de strakke tanktop van Tessa aan, en Tessa, broodnuchter – zich aan het afvragen wat er in godsnaam aan de hand was – werd de penningmeester. Tot een uur of 5 hebben we staan springen tot het personeel toch echt wel graag naar huis wou. Kregen we ook nog het gastenboek van Alias in onze handen gedrukt. Na een flinke portie döner, Stijn die de ketchup verwart met de sambal en een dronken telefoontje naar onze lieve Merel vallen we gezamenlijk in slaap in het huis van Remy. Om diezelfde ochtend weer om 10 uur naar college te vertrekken.

In totaal zijn we op dergelijke wijze bij zo’n 21 borrels geweest: A-es kwadraat, SV Contact, Usocia, SGS, Hucbald, Sticky, Alias, Art, Vocus, Pap, Vugs, UHSK, Proton, UBV, Drift66, Alcmaeon, Djembe, Akt, A-water, Albion, Storm. En met de kennis van nu zou ik het allemaal hetzelfde hebben gedaan.

0